Afgelopen augustus gingen Will, Jarred, Sam Baker, John Blair en ik (George) een week lang naar de clubvelden van South Island.

Dit was de vierde reis naar het Zuidereiland die we hebben gedaan en de eerste in de winter. De Zuidelijke Alpen van Nieuw-Zeeland is een van mijn favoriete plekken ter wereld en het was een van de beste manieren om ze op de clubvelden te ervaren.

De clubvelden zijn een beleving op zich. Om te beginnen moet je er komen, wat meestal een vage 4wd inhoudt, gevolgd door een flinke wandeling met al je spullen. Na een week op de clubvelden te hebben doorgebracht, realiseer je je al snel dat het meer om het sociale aspect gaat dan om skiën. Dit is vooral zo als je bluebird-weer krijgt zoals wij deden en het tot 10 uur ijzig is.

De wandeling naar een van de skigebieden.

Ze hebben een behoorlijk rudimentaire lift die je spullen gelukkig naar de hut draagt. Deze skiclubs zijn echt instellingen op zichzelf en omdat we van het Noordereiland komen, hadden we het geluk dat we werden verwelkomd op deze iconische NZ-skivelden.

De touwtrekkers op de clubvelden brengen je zo ver, maar als je ergens fatsoenlijk wilt komen, moet je echt een stukje wandelen.

Je kunt een bluebird-dag op de berg niet echt verslaan. We hadden het geluk om er vijf op een rij te krijgen, wat niet veel deed voor de sneeuw, maar zorgde voor een epische tijd.

De bekleding van deze hut werd vervangen, wat het perfecte platform bood om bier op te drinken terwijl je de zon zag ondergaan.

De jongens.

 

 

BentoSMB Inc. Collaborator